November 2016
WIJ STAAN NIET STIL
omdat wij geen bomen zijn die groeien
tot aan de zee. Tussen het klimmen van rook
en het neerdwarrelen van as oefenen wij
om blad te zijn en oor voor vleugeldieren.
Soms begrijpen wij wat droefheid is
en worden wij landschap met ontbrekende
sterren. Ver van het vloeien van vlammen
schuwen wij vluchtende schaduwen.
Wij zijn een hoek, een holte in een verzwegen
vlakte. Wij weigeren het stilzwijgen
achter de deuren van onze archieven.
De trappen die wij beklimmen zijn uitgesleten.
Tussen de stenen die onze vaders legden weten wij
het traagzout waarvan verdriet gemaakt wordt.
(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)