November 2016

WIJ STAAN NIET STIL

 

omdat wij geen bomen zijn die groeien

tot aan de zee. Tussen het klimmen van rook

en het neerdwarrelen van as oefenen wij 

om blad te zijn en oor voor vleugeldieren.

 

Soms begrijpen wij wat droefheid is

en worden wij landschap met ontbrekende 

sterren. Ver van het vloeien van vlammen

schuwen wij vluchtende schaduwen.

 

Wij zijn een hoek, een holte in een verzwegen

vlakte. Wij weigeren het stilzwijgen

achter de deuren van onze archieven.

 

De trappen die wij beklimmen zijn uitgesleten.

Tussen de stenen die onze vaders legden weten wij

het traagzout waarvan verdriet gemaakt wordt.

 

(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)

Okober 2016

SEPTEMBER IN MENTANA ( NIET VER VAN ROME)

HOTEL BELVEDERE, KAMER 709

 

de mond die regen

over bomen over bergen

blaast zuigt straks

 

de zon rood en wachtend

liggen terracottategels naast

elkaar op het balkon

 

(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)

September 2016

AMATRICE

( bij de aardbeving in Italië )

 

tussen restanten van huizen

de abrupt afgebroken beltonen 

van mobiele telefoons

 

voicemails: ik ben er even niet

spreek je bericht in na de piep

grazie, arrivederci, ciao ciao

 

(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)

Augustus 2016

IK HEB DE HELE DAG

 

van je gehouden. Ik waadde door korenvelden

en voelde de hartslag van kraaien. In metalen

licht stak ik glinsterende velden over. Geen steek

heb ik laten vallen, hazen ritselden in hun legers.

 

Boomkruinen schoven in en over elkaar en achter

ons huis waaide de wind in de hemden aan de waslijn.

Op het bed had je frisse, windgedroogde lakens gelegd,

ik hoorde je vuurrode lach, maakte mijn broeksriem los.

 

En terwijl de avond zijn lang ingehouden adem

uitblies hield ik verder van je. Een wandelaar met hond

zag later de roerloosheid van onze kamer.

 

En terwijl de nacht rees en daalde met jouw borsten

bleef ik naar je kijken. Geen mens woonde in mijn gebergte

en toen ik mijn hoofd losliet viel ik uit onze wereld.

 

(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)