Maand gedicht maart 2023

WEERSVOORSPELLING

Een weersvoorspeller heeft een poging ondernomen

om mist op een felgekleurde weerkaart te tekenen.

Vooraleer hij de voordeur van het huis waarin ze wonen

sluit, vraagt hij aan zijn vrouw of ze hem wil vergezellen.


Zij aarzelt,haakt dan haar arm in de zijne, de laarzen

die ze dragen hebben ze samen in een andere stad

gekocht. Er waait een vlijmscherpe noordoostenwind,

in een mistgordijn lost eerst zijn dan haar schaduw op.

 

(F.A.Brocatus – gepubliceerd in Vierkant, uitg.Ambilicious, nov.2022)

 

Maand gedicht februari 2023

ER ZIJN SPOREN

 

Er zijn sporen van mens en dier en er is ook

iets dat je de adem beneemt. Je vraagt jezelf

af of de hoogste bergen de hemel splijten.

 

Een onwaarschijnlijk ijsblauw kleurt een steen

 

die in een meer ligt. Je denkt aan de vele hoeven

die hem van de dichtstbijzijnde berg losmaakten,

de hand die hem opraapte en als een ongevleugeld

 

dier het gletsjerblauw in een gewijde stilte versplinterde.

 

 

(F.A.Brocatus – gepubliceerd in Vierkant, uitg.Ambilicious, nov.2022)

 

 

 

Maand gedicht januari 2023

Jaarwisseling 2022 - 2023

 

 

Littekens van het geheugen

 

Wij gedenken hoe we naast elkaar stonden

op een kamergroot balkon in een trage zomernacht

gehavend in onze zwijghemden met zicht

 

op het verdwijnen van een langzame dag.

 

Jij liet de deur op een kier zodat jij mijn voetstappen

nog kon horen als ik weg zou gaan. Ik verboog de trap naar

beneden tot een draaitrap om jou langer vast te houden.

 

 

F.A.Brocatus

 

Dit gedicht is het titelgedicht uit de gelijknamige bundel,

die in  2023, bij uitgeverijAmbilicious Kalmthout / Breda,

zal verschijnen.

 

 

 

Maand gedicht december 2022

SPERGEBIED

 

 

Wij hoopten op regen en stonden als lege flessen in onze morsige achtertuinen waar iemand weer vergeten was de schoppen en de harken in de houten tuinschuurtjes te zetten. Het tijdstip van rozen plukken en noten rapen was nog meerdere buien van ons verwijderd. Wij vielen uit onze jurken en onze hemden.

 

In welke talen droomde je? Ik kende je voorkeuren, roder kon je ze niet maken. Je lippen lispelden vervoegingen in de taal van Voltaire, je ogen strooiden kwistig met naamwoorden in de taal van Dante. Je was ongrijpbaar en ik probeerde mijn handen uit in mijn moedertaal van klei. Hoe zou ik je ooit kunnen boetseren?

 

Er waren dieren die alleen ’s nachts bewogen. Ik vulde je holtes met eekhoorns en bevruchte eieren. In folie verpakte ik de liniaal waarmee ik eerder de afstand van licht tot donker mat. In het ronken van je keel verstopte ik de schilden van nachtkevers, de vleugels van vleermuizen. Ik bewaakte je met houten kraaien.

 

Wij waren ongehoorzaam en verborgen ons in holle bomen. Wij droogden mossen en sliepen tussen hangende takken. De regen kwam eerst stotterend, daarna geselend. Wij droegen klokken op onze ruggen en koperen kelken, wij dronken en kleefden als schorsen. Onhoudbaar beminden wij in het spergebied.

 

 

 

(F.A.Brocatus – ongepubliceerd)