DE DOORBOORDE TIJD
Er zijn wachtzalen vol gepantserde gestalten.
Op borden staan plaatsnamen, uren van vertrek
en aankomst. Er is rubber tussen dubbele
deuren. Roltrappen en geen loopplanken
voor te zware bagage. Er zijn geuren van junkfood
en te lang dezelfde kleren. Er zijn ogen die staren
maar niet zien. Er zijn landschappen die wegduiken.
(F.A.Brocatus - uit: Littekens van het geheugen, Uitg. Ambilicious Breda/Kalmthout 2023)
Het gedicht staat in de top 100 van de Gedichtenwedstrijd 2023. De jury schreef et het volgende over:
Dit gedicht doet me sterk denken aan dat van Erik Lindner, die ook een soort opsommingachtige poëzie schrijft, met montages van beelden waar de camera doorheen lijkt te glijden. Wachtrijen, vliegvelden, wegduikende landschappen: ze doen me aan zijn werk denken.Maar nog meer dan in zijn werk is deze "camera" niet objectief. Er zijn allerlei subjectieve formuleringen (gepantserde gestalten, agenten, militairen of een ander soort wachters?), er is die bagage die te zwaar is. Wat is te zwaar, vraag ik me dan af? Wie is hier aan het woord? Net zoals die landschappen die wegduiken, lijkt de verteller ook net weg te glippen. Zou er wellicht sprake zijn van een surveillancesysteem van iemand die stiekem toekijkt?