Frans Brocatus

EXODUS

 

In aantal groeiend dragen zij tweekleurige banieren

en verscheuren de landkaarten aan de muren.

 

Hun nieuwe wereld ligt op de bodem van de schreeuw

van wie zij tegenkomen, zij havenen de hemel

daarboven, hakken wolken tot bloedende regen.

 

Uit aarde trekken zij de rook van in puin geschoten steden,

de adembenemende mist uit gebrandschatte dorpen.

 

Tralies voor de zon kunnen niet meer smelten, wegwijzers

verbuigen rivieren vullen zich met kadavers. Wrakken

en kapotgeslagen huisraad verbergen vluchtelingen.

 

Zij luisteren naar stemmen, naar vuren in de vlakten,

met de handen op de rug beschermen zij hun hoofden.

 

(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)