MEI
onder de blik van de torenvalk verlaat
ik ongehandschoend zijn jachtgebied.
wij knopen licht los breken het ei
van de dag nog niet wachten zoals
kevers in dieprode beukenhagen.
jij honingt in de luwte zinnen
van ongezegd tot drinkend.
(F.A.Brocatus - uit: Kroonvuur - WEL- Bergen op Zoom, 2002)