XIX: OP DE BUIK LIGGEND VROUWELIJK NAAKT
Hij wil bodem zijn
haar zonder knieval gehoorzamen.
Ruggelings speelt haar glimlach daalt
in de siddering van haar billen,
keert met toortsen
in kaarswitte kloosterkamers,
kringelt als rook legt met roet
een spoor tussen haar schouders.
(F.A.Brocatus - uit: Ruiters in regenblauw - WEL - Bergen op Zoom, 1998)