Frans Brocatus

ZIJ ZEGT DAT IK ANDERS BEN

Ik sta naast mezelf. De vrouw die me

aankijkt wil mijn ogen. Ze noemt ze

notenbruin als een warme nazomer.

Mijn glimlach is een lepel naar haar

mond. Zij spreekt langzaam als honing,

weloverwogen zet ik korven op een rij.

Zij zegt dat ik anders ben: mijn mes heeft

de zilveren punt van een Visconti-vulpen,

als ik haar kus omarmt mijn azuurblauwe inkt

het licht dat niet aanraakt maar binnendringt.

 

(F.A.Brocatus – gepubliceerd in REALmag, februari 2024)