SOMS VALLEN ER ENGELEN
Er is noodweer en wij willen vrede. Landschappen
en woongebieden liggen als achtergelaten, schepen
bijten zich vertwijfeld vast in woelig water, lucht
en horizon vormen een gehechte, gelittekende mond.
Waar wij vallen proberen wij elkaar op te rapen.
Wij zijn onhandig, uitgebeend. Wij strekken ons
uit als grijpbaar, lillend vlees op de mesrand
van een dwingende en steeds luider tikkende tijd.
Wij kennen vele cycli van bloeden in aarde,
van ademen onder water. Wij valschermen,
tasten, haken met onze vingers in elkaar.
Soms openen schaduwen zich en vallen er engelen
uit een wolkenvolle hemel. En niet wetend wat te doen
knippen wij hun vleugels of binden ze samen.
(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)