Maand gedicht juli 2018
NIET TEVERGEEFS
ik zeg het nu in uw slaap:
steeds vouw ik dicht onder
wat gij noemt: steen.
ik ben een kever daaronder,
en verder nog: er zijn meeuwen
die in mijn handen scheepgaan
het bewijs dat er voedsel is,
niet tevergeefs streel ik dus.
(F.A.Brocatus - uit: "Niet tevergeefs" - Dilbeekse Cahiers - Dilbeek, 1991)
Maand gedicht juni 2018
DE BOOM VAN MIJN VADER
Ik neem de ladder van de haken aan
de zijkant van de schuur. Er is een fractie
pijn wanneer hout mijn schouder raakt.
Achter in het huis ligt een smeedijzeren trap
als een sluimerende spier tussen de ingekapselde
jarenlange kamers van spreken en dromen.
Ik zet de ladder tegen de notenboom
die wijlen mijn vader plantte. Mijn ogen
schuiven over mijn benen naar mijn voeten.
Mijn handen houden vast. Ik klim, de kruin
verdwijnt in een wegjagende wolk. Ik laat los,
mijn vaders stem wordt de mijne. Ik val niet.
(F.A.Brocatus - ongepubliceerd)