ICARUS
I. Icarus
Het meten van blank
tot blauw duurt lang
maar hij vertrouwt de hand
die de instrumenten legt
onderhouts luistert hij
en hij kijkt steensgewijs.
II. Daedalus
Zoals hij haar streelde
smelt hij was op veren
voor hem. Een landman
plant zijn ogen en schaduwen
vallen uit de bomen,
een visser zit zilverstil.
III. Icarus
Met deze vleugels breek ik
het dak van de hemel denkt hij
en de wind steekt op verwolkt
de woorden van zijn vader,
een herder schudt het hoofd
en hij voelt het scheuren van
goud de schittering die dooft
als hij water raakt.
(F.A.Brocatus - uit: " Rozenoog, zeekelk" - WEL - Bergen op Zoom, 2006)